Gisteravond was ik aanwezig bij de discussie ‘De waarheid op tafel’ van Slow Food Amsterdam. Het is een discussieavond over de manier waarop ons voedsel op tafel komt en wat wel en niet puur en eerlijk is. Het idee van de avond is als volgt. We proeven één gerecht op drie manieren klaargemaakt en discussieren daarna aan de hand van een aantal stellingen.
We krijgen allemaal een bord met drie hoopjes boerenkool met worst en moeten cijfers geven aan de gerechten. Wat proef je, hoe smaakt het, welke vind je het lekkerst en welke het minst lekker. De drie hoopjes zijn als volgt klaargemaakt (meer informatie over dit proces, zie het blog van Christiane Muusers):
1. snel (magnetron)
2. simpel (voorgesneden boerenkool en geschilde aardappelen en jus uit een zakje)
3. langzaam (biologische boerenkool en aardappelen, zelf gesneden en geschild met worst van de slager en zelfgemaakte jus).
De uitkomst is op één punt unaniem, de magnetronvariant is niet te eten. Of eigenlijk, het smaakt nergens naar. De andere twee zijn verschillend van smaak en structuur. De snelle variant smaakt duidelijker naar boerenkool, de langzame variant is in mijn ogen veel smaakvoller en smaakt minder naar boerenkool (dat is als je geen liefhebber van boerenkool bent, best wel prettig). Uiteindelijk blijkt dat de varianten 2 en 3 qua prijs ver onder de prijs van de magnetronmaaltijd ligt. En dat de bereidingstijd eigenlijk wel meevalt (resp. 25 en 45 minuten).
Daarna discussiëren we over hoe de grote voedingsproducenten ons eetgedrag manipuleren. En hoe wij daar mee omgaan. De eerste discussie gaat over de prijs van eten, de smaak en of biologisch altijd beter is. De groep is van mening dat smaak belangrijker is dan prijs en dat biologisch niet per definitie beter is dan lokaal of seizoensgebonden. Een belangrijk punt wat wordt gemaakt is de vraag waarom we bij voedsel wel moeten nadenken over waar het vandaan komt en bij andere producten niet. Het antwoord is dat we bij voedsel de keuze hebben om lokale voeding te eten en dus het milieu minder te belasten. Bij andere producten hebben we die keuze niet, omdat het in Nederland gewoonweg niet geproduceerd wordt.
Naarmate de avond vordert blijkt wel dat wij als leden en geïnteresseerden van Slow Food natuurlijk al op een voor ons verantwoorde wijze met voeding omgaan. Wij blijven weg van prijsknallers en voorgefabriceerd voedsel. Daarom hangen we deze beweging ook aan. Aan het einde van de avond blijkt dat er nog heel veel zendingswerk te doen is op dit gebied. Er is nog maar een beperkte groep Nederlanders die bewust bezig is met eten, organisaties als Foodwatch doen hun werk en maken consumenten bewust, maar nog steeds worden we overspoeld door de marketingreuzen in voedingsland. We sluiten af met het idee dat er nog veel te doen is en dat wij als Slow Food daarin een deel kunnen oppakken.
Met gemengde gevoelens rijd ik weer naar huis. In een ruimte vol mensen die goed eten willen kopen en bereiden kan een discussie als deze veel verder gaan. Het is niet zozeer de vraag meer van ‘wat vind je van het idee dat de voedingsproducenten de markt overheersen’, maar meer ‘wat ga je er aan doen’? En kun of wil je er iets aan doen?
In Italië zijn ze hierin al vele stappen verder dan wij. Daar is het Carlo Petrini gelukt om de opmars van fastfood in Italië terug te dringen sinds de oprichting van Slow Food ruim 20 jaar geleden. Italianen zijn veel bewuster bezig met hun eten. Daar kunnen we nog echt iets van leren! Op de terugweg rijd ik achter een McDonalds-vrachtwagen, er staat op McDonalds Recycling. En heel even gaat de gedachte door mijn hoofd, wat recyclen ze bij McDonalds? De ranzige gedachte dat het eten wordt hergebruikt probeer ik weg te dringen, maar ja koken met restjes is nog altijd beter voor het milieu dan alles weggooien……..