Recept: Venkelsalade met sinaasappel

Venkelsalade met sinaasappel

Dit is een heerlijk gerecht bij de barbecue of een zomers buffet.

Ingrediënten (4 personen):

2 venkelbollen
3 sinaasappels
1 bosui
olijfolie
zout, peper 

Maak de venkelbollen schoon en snijdt in kleine stukjes (bewaar het venkelgroen, dat heb je nodig voor de dressing), spoel af met water en leg op een bord/schaal. Maak de sinaasappels schoon, verwijder aan de buitenkant ook het vel, zodat alleen het vruchtvlees overblijft (vang het vruchtensap op als je de sinaasappels snijd, dit heb je nodig voor de dressing). Snijd in dunne schijfjes/partjes. Leg deze over de venkel. Snijd de bosui in kleine stukjes en strooi over de sinaasappel. Maak nu een dressing van het venkelgroen, sinaasappelsap, olijfolie zout en peper en verdeel dit over de salade.

Dressing: Honing mosterd tijm

Ingrediënten:

Honing
Mosterd
Tijm
Olijfolie
Zout en peper

Toen ik nog lui was, kocht ik bij de AH regelmatig deze dressing. En ik raakte er zo verslaafd aan dat ik het steeds vaker kocht. Uiteindelijk besloot ik het maar eens zelf te maken, want heel moeilijk moest het toch niet zijn. En na al die jaren is het nog steeds mijn favoriete dressing.

Zorg dat je gelijke delen honing, mosterd en olijfolie mixt. Voeg dan naar smaak tijm, zout en peper toe en mix het goed. Voeg een beetje water toe om de dressing wat vloeibaarder te maken. Zo is het gemakkelijker om de dressing door de salade te mengen.

Recept: Deeg voor hartige taart

Ingrediënten (taart voor vier personen):

250 gram volkorenbloem
120 ml water
60 ml olijfolie
beetje zout
(afhankelijk van het gerecht kun je er ook gedroogde kruiden aan toevoegen als oregano, basilicum of thijm)

Doe alle ingrediënten in een kom en meng met je handen tot het een glad deeg is geworden. Zet dit vervolgens minimaal een half uur weg in de koelkast. Als je klaar bent om het te gebruiken, rol je het met een deegroller dun uit en doet het in een ingevette ovenschaal.

Recepten kerstlunch

Gisteren mijn eerste kerstlunch klaargemaakt voor mijn jaarclub. Ondanks alle slechte weerberichten kon het gelukkig doorgaan en konden we genieten van een lunch met een heleboel mooie en lekkere producten.

Erwtensoepje
We startten de lunch met een soepje van erwten, witte wijn en basilicum. Met daarop een stukje gebakken pancetta. Het is heel simpel. Kook de erwten (uit de diepvries) in witte wijn met de verse basilicumblaadjes. Kook tot het zo zacht is dat je het makkelijk kunt pureren. Pureer dan het geheel zo lang tot het een soepje is geworden. Eventueel kun je wat water bijvoegen als het niet vloeibaar genoeg wordt. Zet het dan weg zodat het wat af kan koelen. Je kunt het lauwwarm serveren (koud mag ook). Vlak voor je het serveert bak je de pancetta zodanig dat het als een reepje op het kopje kunt leggen. Serveer direct.

Erwtensoepje met pancetta

Witlofsalade met peer en blauwschimmelkaas

De tweede gang was een salade van witlof met peer en een blauwschimmelkaas en walnoten. Helaas was ik zo slim om niet bij de kaasboer na te vragen wat de naam was van de blauwschimmelkaas, maar het was echt een geweldige kaas. Deze salade is nog simpeler dan het soepje, maar ook een hit. Leg wat blaadjes witlof op een bordje (in de vorm van een ster oid), maak een mengsel van peer en kaas en hak de walnoten fijn. Leg het mengsel in het midden van de blaadjes witlof en maak af met een goede olijfolie.

 

Gnocchi met tomatensaus
De avond van tevoren was ik al begonnen met het maken van gnocchi. Het ging 100x beter en sneller dan de eerste keer dat ik het probeerde en ik was dan ook blij met het resultaat. Dit keer maakte ik het met een simpele tomatensaus (met basilicum, knoflook en ui). Het recept voor de gnocchi haal ik uit het boek van Georgio Locatelli, eigenaar van restaurant Locanda in Londen. Het is eigenlijk heel simpel en makkelijker dan pasta maken. Je kookt de aardappelen (minimaal 1 kilo) met de schil op laag vuur tot ze zacht genoeg zijn. Dan pel je ze (probeer ze wel warm te houden, bijvoorbeeld door ze in de oven te zetten) en pureer je ze bijvoorbeeld met een stamper of zeef. Dan meng je het met meel en twee eieren (op 1 kilo aardappelen), meel ongeveer 200 à 300 gram (afhankelijk van hoe het pakt). Zorg dat je niet te lang met je handen aan het deeg zit en zorg dat het wel goed samengepakt is en één geheel vormt. Maak dan van kleine delen van het deeg steeds strengen die je vervolgens in kleine blokjes snijdt. Dan nog even met de vork een afdruk erin maken en je hebt gnocchi! Tomatensaus is natuurlijk ook heel simpel, uitje en knoflook even aanbraden, gepelde tomaten of passata pomodoro erbij (natuurlijk wel van hoge kwaliteit) en basilicum toevoegen. Lekker laten doorkoken zodat het wat kan indikken en je hebt een heerlijke tomatensaus.

Het toetje was een combinatie van pannacotta (een recept van Jamie Oliver), chocoladetaart en gesuikerde mandarijnen. Een geslaagde combinatie en een goede afsluiting van dit diner.

Een menu met vrijwel alleen maar pure producten en weinig toevoegingen met e-nummers. Totaal in het kader van de biodiversiteit, waar ik op de weg terug naar huis vanmiddag een verhaal over hoorde van Onno Hoes, de voorzitter van de Coalitie Biodiversiteit 2010. Ik ben het helemaal eens met de stelling, maar ik vraag me af wat het resultaat van een dergelijk initiatief is.

Gezond eten op Kreta

Al eerder schreef ik over het gezonde eten hier op het eiland. Nu ik wat vaker Kretens kook en me wat meer verdiep in de Griekse keuken, begin ik het steeds beter te begrijpen. De Kretense keuken hanteert namelijk de eigenschappen die ik zelf altijd al gebruikte. Veel verse producten, weinig toevoegingen. In één van de kookboeken die ik laatst heb gekocht staan de uitgangspunten van het Kretense dieet en die wil ik graag met jullie delen. Als je hier vanuit gaat in je dagelijkse maaltijden, leef je lang en gezond. En echt waar, de gerechten zijn allemaal zo simpel, ik sta er elke keer weer versteld van. Ok, er zitten ook wel lastige tussen en er mislukt ook echt wel eens wat, maar dat weegt niet op tegen de dingen die zonder problemen op tafel komen.

Hierbij de uitgangspunten van een gezond voedingspatroon, zoals de oude Kretenzers het hanteerden (Bron: Kretens koken, Maria en Nikos Psilakis, uitgeverij Karmanor). Kretenzers eten:

– veel olijfolie. Ze gebruiken verder vrijwel geen andere dierlijke of zaadolie. Alleen maar olijfolie en dit vrijwel in elk gerecht wat ze eten. Ook bij het ontbijt. De Kretenze olijfolie schijnt ook de beste ter wereld te zijn.

– weinig vlees. Van oudsher eet men vlees eigenlijk alleen maar bij feestelijke gelegenheden.

– veel brood: Kretenzers eten drie keer zoveel brood als Amerikanen, maar wel alleen maar volkorenbroden. Wit brood wordt eigenlijk alleen maar bij feestelijke gelegenheden gegeten.

– één maal per week vis.

– veel fruit. Kretenzers eten 6 keer zoveel fruit als de Nederlander. Het fruit wordt hier vrijwel allemaal nog op ambachtelijke wijze gemaakt, dus het smaakt nog steeds naar echt fruit.

– grote hoeveelheden peulvruchten en groenten. Veel Kretenze gerechten worden bereid met linzen, erwten of andere peulvruchten. Die je ook overal makkelijk kunt krijgen. Ook wordt veel met pure groenten gewerkt.

– wijn tijdens het eten. Het is heel normaal om hier altijd wijn bij het eten te drinken. Men vindt het gezellig en drinkt eigenlijk nooit alleen.

Men geniet hier nog van de authentieke smaken en dat is iets wat ik zelf ook altijd voor ogen heb met mijn gerechten.

Ik probeer altijd weer verschillende groenten uit en combineer van alles. Dagelijks krijg ik het verwijt dat mijn maaltijden zo lekker zijn. Zelfs al eten we al meer dan drie dagen vegetarisch. Ik probeer momenteel veel verschillende Kretenze gerechten uit. En tussendoor maak ik mijn eigen creaties. Meestal afhankelijk van wie er mee eet en wat er in huis is. De basis begint meestal bij olijfolie, uien, knoflook. Daarna groenten en dat waar ik zin in heb, vis, vlees, groenten, pasta, rijst. Tot nog toe hebben we vrijwel elke dag iets anders gegeten. De enige maaltijd die regelmatig op tafel komt is een combinatie van groente, gebakken/gegrilde aardappeltjes en kippepoten, omdat we daar allebei helemaal weg van zijn. Maar ook daarin probeer ik dan elke keer weer te variëren en dat lukt nog steeds!